keurmerk

Dit deel van de expositie gaat over de Belgische omroep Nationaal Instituut voor Radio-omroep (N.I.R).

Nationaal Instituut voor Radio-omroep (N.I.R). in 1939

     

Organisatie van de omroep:

België is een der eerste
Europese landen geweest, waar radio-uitzendingen plaats vonden.
Reeds in 1913 werden uit Brussel iedere zaterdag concerten uitgezonden. 
De oorlog bracht een stilstand i
n de ontwikkeling.

In November 1923 gaf Radio-Belgique zijn eerste uitzendingen. 
In 1928 gaf de Minister aan de N.V. Radio concessie voor het bouwen van twee zenders te Veltem, onder voorwaarde evenwel, dat een daartoe ontworpen nationaal bedrijf ze tegen kostende prijs 
zou kunnen overnemen. Dit bedrijf was het N.I.R. 

Het Belgisch Nationaal Instituut voor Radio-omroep werd opgericht bij de wet van 18 Juni 1930.
Alleen dit Instituut is wettelijk gemachtigd om radio-uitzendingen is doen in België; deze mogen bestaan uit muziek, klanken, woorden, beelden en in 't algemeen uit seinen:

"Het N.I.R. wordt beheerd door een Raad van Beheer bestaande uit den Minister, tot wiens bevoegdheid de Telegrafie en de Telefonie behoren, of zijn vasten afgevaardigde, en uit 9 leden, 
van Belgische nationaliteit, als volgt aangesteld voor een termijn van zes jaren: 
één derde door den Koning, op voordracht van bovenvermelden Minister; één derde door de Senaat; één derde door de Kamer van Volksvertegenwoordigers.

De Raad van Beheer treft alle administratieve maatregelen en stelt de algemene richtlijnen der uitzendingen vast. 
Hij benoemt alle leden van het personeel en ontslaat hen. 

Het onderzoek van de aan de Raad voor te leggen stukken wordt toevertrouwd aan een 
Dagelijks Bestuur, bestaande uit een afgevaardigde van den Minister en uit drie leden van 
de Raad van Beheer. 
Door een doelmatige verdeling der mandaten bekomen de drie grote Belgische politieke partijen 
een vertegenwoordiging, die een waarborg is voor de door den wetgever vastgestelde neutraliteit van de uitzendingen. De Directeur-Generaal is de schakel tussen de Raad van Beheer en de uitvoerende diensten.
Hij neemt de dagelijkse leiding van het Instituut waar en voert de besluiten uit van de
Raad van Beheer.
De controle en de inspectie van de diensten in 't algemeen wordt waargenomen door 
den Inspecteur-Generaal, die eveneens de vraagstukken van organisatorische aard bestudeert. 
De exploitatie is, in haar geheel, toevertrouwd aan verschillende gespecialiseerde diensten. 
Naast deze zuiver administratieve organisatie bestaat er een tweeds, die zorgt voor de artistieke hoedanigheid van het N.I.R., zowel op het gebied van de algemene richtlijnen der uitzending als 
op dat van de verwezenlijking der programma's. 
Zij stelt zich ten doel de werkzaamheden van de verschillende organen, die hieraan op nuttige wijze kunnen medewerken, te verenigen en te ordenen.
"

Dezelfde wet bepaalde de middelen tot financiering, die nodig bleken voor de exploitatie van het instituut.

Met het oog hierop werden de volgende geldmiddelen voorzien: een toelage, door de Staat gestort
en geraamd op 90 % van de vermoedelijke inkomsten, voortkomend van de belasting op de 
ontvang-toestellen; hierbij dienen nog gevoegd de door de Staat geïnde belastingen op de lampen. 

Sinds enkele jaren werd echter, met het oog op de huidige economische toestand van het land, 
door de Raad van Beheer aangenomen, dat de toelage van de Staat zou worden vastgesteld 
op het bedrag, dat voor de begroting der exploitatie onontbeerlijk is. 
Deze financiéle politiek laat niettemin een geleidelijke ontwikkeling der diensten toe; ze waarborgt bovendien een betrekkelijke vrijheid inzake begrotingsmogelijkheden. 
Deze stelt het N.I.R. in staat om, zonder nieuwe geldmiddelen en zonder de hoedanigheid van zijn uitzendingen te verminderen, het hoofd te bieden aan de uitgaven, veroorzaakt door de ontwikkeling van de techniek.
 
Over het jaar 1937 waren deze cijfers als volgt: 
Opbrengst van de belasting, door de luisteraars betaald: fr. 59.025.000. 
Hiervan kreeg:
-het N.I.R.: fr. 32.500.000; 
-de regie van Telegrafie en Telefonie: fr. 2.080.000 
-de Staat fr. 24.445.000. 

Sinds de oprichting van het N.I.R. in 1931 heeft de Staat ongeveer 100 milljoen en het N.I.R. ongeveer 200 milljoen francs van de belasting ontvangen. 
De belasting bedraagt 60 fr. per jaar voor toestellen met lampen, 20 fr. voor toestellen met kristallen. Vrijgesteld kunnen worden: blinden, blijvend gebrekkigen die aan huis zijn gebonden en oorlogs-invaliden. 
Op 1 Aug. 1938 waren er in België 1.089.546 luisteraars, d.i. 12.4% der bevolking.

Naast de algemene, neutrale uitzendingen geeft het N.I.R. gedurende een deel van de zendtijd gelegenheid tot het uitzenden van programma's van een bepaalde kleur, aan de organisaties: Katholieke Vlaamse Radio Omroep, Socialistische Arbeiders Radio Omroep voor Vlaanderen, Vlaams-Nationale Radio-Vereniging, de Liberale Radio-Omroep, Radio Catholique Belge, Radio Emissions Socialistes d'Expression Fransaise, de Society liberale de Radiodiffusion en Radio Wallonie (resp. afgekort K.V.R.O., Sarov, Vlanara, Librado, R.C.B., Resef, Solidra en R.W.) 

Aan deze omroepverenigingen stelt het N.I.R. op een bepaald aantal dagen per week zijn lokalen; 
zijn technische installaties, zijn technici, zijn musici en dirigenten, zijn fonotheek en zijn muziekbibliotheken kosteloos ter beschikking.

Op de Vlaamse golflengte (321,9 m) zenden de K.V.R.O., de Librado en de S.A.R.O.V. regelmatig 
één dag per week uit.
Vlanara beschikt één dag per maand over de microfoon. 
Op de Franse golflengte (483,9 m) zenden uit de R.C.B. en Solidra, één dag per week en Radio Wallonie één dag per maand.

De tekst van al wat deze omroepverenigingen willen uitzenden, moet tevoren door het N.I.R. 
worden goedgekeurd. Elke reclame is verboden. 
De zenders van het N.I.R. staan te VeItem voor de beide lange golven; 
te Ruiselede voor u.k.g. uitzendingen naar de Kongo, terwijl men van plan is, 
te Tombeek twee nieuwe zenders van 100 kW. te bouwen. 
Naast deze officiële zenders zijn er in België nog enkele plaatselijke.

De orkesten van het N.I.R. zijn: 
1. het 'Groot Symphonie-Orkest', 84 leden, dirigenten Franz André en Theo Dejoncker, 
terwijl 4x per jaar Desire Defauw als dirigent optreedt, en herhaaldelijk gastdirigenten uit
binnen- en buitenland concerten leiden. Het orkest geniet een Europese vermaardheid;

2. het 'Jazz-Orkest', 15 leden, een der beste gezelschappen op dit gebied van Europa
(het trad o.a. op op het Wereldfilmbal 1933 in het Kurhaus te Scheveningen en voor de A.V.R.O.), onder leiding van Stan Brenders;

3. het 'Omroeporkest van het N.I.R.', 29 leden, dirigenten Paul Douliez en Karel Walpot,
voor symphonische jazz-werken en oude en moderne lichte muziek; 

4. het 'RadioOrkest van het N.I.R.', van gelijke samenstelling als het Omroep-Orkest, 
maar onder leiding van Paul Gason en André Souris. (Het Omroep-Orkest werkt mee aan 
de Vlaamse uitzendingen en het Radio-Orkest aan de Franse uitzendingen); 

5. E
n dan was er ook nog het OmroepKoor onder leiding van Lyon Segras. 

Literatuur: Jaarverslagen N.I.R. Bladen: Hebdo, Cassandre, A l'écoute, Solidra, Independance Radio, Magazijn Radio Antwerpen, Vlanara. Bron: Encyclopedie voor radio luisteraars, Uitgeverij Schuyt N.V. Baarn, samengesteld door J.J.L. van Zuylen in Den Haag in mei 1939. Tekst is integraal overgenomen uit "België"

Zenderpark van het N.I.R. in 1939, 
alsmede particuliere zenders staan afgebeeld op dit kaartje uit de encyclopedie voor radio luisteraars uit 1939.

Dit is het N.I.R.-gebouw bij de bevrijding in september 1944, voorzien van vlaggen en vaandels.
De Tweede wereldoorlog was voor onze zuiderburen iets eerder ten einde.
Het Flagey-gebouw.
De werelddienst zat helemaal boven in de toren.


Een studie met orkest. 
Op de voorgrond links staat de "giraf"-microfoon. 

Foto uit Radio voor den Beginneling uit februari 1945.

Na de bevrijding van Brussel verzorgt het
B.N.R.O. op 4 september vanuit een noodstudio 
de eerste uitzending van
op bevrijd grondgebied
in België. 
De eerste uitzendingen gebeuren door de BNRO, omdat het NIR als instelling niet meer functioneert. 

Het omroepgebouw met de zendinstallaties is opnieuw in handen van de Belgische overheid.

De Duitsers hebben bij hun vertrek een deel van het materiaal vernield en gestolen en een overstroming in de kelder wordt op het nippertje voorkomen. 
De meeste schade wordt snel hersteld, zodat de installaties opnieuw gebruikt kunnen worden. 

Onmiddellijk na de bevrijding werd bij de B.N.R.O. in Brussel gewerkt aan de oprichting van een Belgische wereldomroep. 
Nog voor het einde van de oorlog was het zover: op 31 januari 1945 richt de bestuursraad van het BRNO de "Werelddienst" te Brussel op. 
Een al te letterlijke vertaling van 'service mondial'. 

De benaming wordt later veranderd in 'Wereldomroep' en in 1992 vervangen door 
'Radio Vlaanderen Internationaal'. 
Door de Besluitwet van 14 september 1945 
krijgt het N.I.R. opnieuw de opdracht radio-uitzendingen te verzorgen. 
Het B.N.R.O. wordt afgeschaft.


N.I.R. zicht op de twee zenders uit de controlekamer te Velthem. 

Foto uit Radio voor den Beginneling uit februari 1945.

Op 1 februari 1931 gingen een Nederlandstalig 
en een Franstalig programma in de lucht middels twee middengolfzenders van 15 kilowatt in
Veltem bij Leuven, de eerste op 322 meter, de tweede op 484 meter, nu nog steeds de middengolffrequenties van
'BRTN Radio Een' 
en 'RTBF Radio Une'.
Deze zenders waren te zwak om het hele Belgische grondgebied te bedienen en al spoedig werden plannen gemaakt om honderd-kilowatt zenders te bouwen. 
Maar de tweede wereldoorlog verhinderde die plannen dus.

N.I.R. één der zenders van dichtbij gezien. 

Foto uit Radio voor den Beginneling uit februari 1945.


Deze foto is ook van de N.I.R. studio's, maar van veel later datum 1950-60.

Deze foto: tv in de beginjaren in studio 6

De tv-uitzendingen worden net als in Nederland vanaf 1951 voorbereid. 

N.I.R.  Administrateur-generaal Jan Boon stuurt 
de medewerkers: Bert Janssens, Nic Bal en 
Rik Van den Abbeele naar Londen om er bij de BBC het nieuwe televisievak te leren.

De eerste televisieprogrammaleiders zijn mensen die de sprong van de radio naar de televisie wagen, zoals de 33-jarige Bert Leysen, die directeur was van Studio Hasselt. 
Hij wordt de eerste directeur van de Vlaamse Televisie. 

De eerste tv-avond gaat op 31 oktober 1953 de ether in, meer dan twee jaar na Nederland, 
welke de eerste uitzending op 2 oktober 1951 had. 

De uitzending gaat rechtstreeks vanuit Studio 6
in het radiogebouw aan het Brusselse Flageyplein. 

Vanuit die kleine studio zal nog jaren worden uitgezonden. 
Het programma van die eerste Vlaamse tv-avond werd aangekondigd door omroepster Iréne Beval, Nic Bal was eindregisseur. 
Het verloop van die tv-avond: 
19.15 uur : testbeeld; 
19.25 uur : openingsbeeld; 
19.30 uur : Panorama, actualiteiten van de week; 
20.00 uur : Het gebeurde vandaag -
                      Een standpunt in de brandpunt -                       De weerman; 
20.10 uur : opvoering van 'Drie Dozijn Rode                      Rozen' van Aldo Benedetti in een                      tv-bewerking van Bert Janssens en                      Dries Waterschoot; 
21.40 uur : de bekroonde film van 'Derde                      Internationale Week van de 
                     Toeristische en Folkloristische Film'. 

De zendtijd in dat jaar bedroeg 12 uur per week.


De concertstudio Studio 4, 
met zijn uitzonderlijke geluidskwaliteit, is op dat moment de grootste ter wereld. 

Het N.I.R. valt vanaf 1959 niet meer onder de bevoegdheid van het Ministerie van Verkeerswezen, maar onder die van Cultuur.

Vervolgens verdwijnt het NIR.
Door de wet van 1
8 mei 1960 wordt het N.I.R./I.N.R. opgevolgd door drie instituten:
B.R.T., R.T.B. en
'Het Instituut van de Gemeenschappelijke Diensten'. 

Niet lang daarna wordt besloten een nieuw Omroepcentrum te bouwen aan de Auguste Reyerslaan in Schaarbeek.